maandag 28 september 2015

28 september, Soignies

Donderd[ag] 28. [September] heden morgen te 6 uren naar Soigni[e]s alwaar wij vernagt[t]en en zeer goed quartier hadden bij een Monsieur Meurs, een tapper van zijn métier1, zeer goede menschen. Onze slaap­kamer was eenigzints doorluchtig door de menigte van gebroken ruiten welke men, denkelijk uit economie2, had vergeten te laten herstellen. Ik was genoodzaakt om een van onze dekens daar voor te hangen ten einde niet van de togt ons te exponeren en eene verkoudheid op te doen.
Dese stad of burgt is niet onaardig en zeer aangenaam gelegen. De steengroeve, niet ver van daar gelegen, benevens de stoommachiene om het overvloedige water uit dese groeve te putten, waren twee nieuwe voorwerpen voor ons om van nabij te besien en wij  gingen dese zelve avond onze nieuwschierigheid voldoen. Des avonds amuseerden wij ons met enige officieren en vrij­wil­ligers van de Haagsche landmilitie (alle fatsoenlijke lieden), in een naburig coffijhuis. Nog heb ik vergeten te melden dat deze stoommachiene in 6 minuten tien tonnen water uit wierp. Na den avond hier vrolijk met het drinken van allerleij conditien3doorgebragt te hebben, scheid[d]en wij te 10 uren van elkander en ieder ging slapen.

Steengroeve te Soignies, foto Jean-Pol Grandmont, Wikimedia Commons licentie https://creativecommons.org/licenses/by/3.0/deed.en



1 beroep.
2 spaarzaamheid
3 conditie: toast.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten