10 october 1815. Was het weder des morgens (na eerst des
avonds ten einde mijn vriendelijke hospita en hospes niet in hunne zagte slaap
te storen, een hartelijk afscheid te hebben genomen) rechts uit de flank naar
Zutphen. Het weder was recht goed, doch koud, zoals het den vorigen dag ook was geweest. Wij passeerden
over het aangenaame dorp Velp en ik herinner mij onder den marsch nog dikmaals
de aangename dagen welke ik te Arnhem met mijn beste ouders gedurende de grote
vacantie aldaar bij mijn oom en tante van Gendt1 had gepasseerd. De weg welke
wij passeerden, loopt grotendeels langs de Rijn en is alleraangenaamst.
Wij passeerden het aangenaame en voortreffelijke Reederoord2 en het dorp …..3 alwaar onze
voormalige Stadhouder Willem de 5. een lustplaats heeft gehad, doch welke met
de Revolutie door onze toenmalige Fransche broeders helaas is verbrand, ellendige
en laaghartige wraak, een Franschman waardig!
En passant zag ik nog aan den weg een fraaije koepel, geheel
van ruwe boomstammen, met mos belegd, gemaakt in de smaaks van een tempeltje
des ouden; in mijn kwartier komende, maakte ik daarvan een schets. Zo naderden wij Zutphen, 4½ uur van Arnhem
gelegen, eene vrij aanzienlijke stad, en van aangename environs omgeven; de
plaats waar de eerbiedwaardige menschenvriend Martinet4 zeer waarschijnlijk zijn uitmuntend werk
over de Natuurlijke Historie, of Catheg[ismus] der Natuur. heeft geschreven en waar
die grote man op menige bladzijde het aangenaam gelegen Zutphen prijst en
verheft.
Gezicht op de Grote Markt en de Wijnhuistoren te Zutphen, Jan Caspar Philips, 1741. Rijksmuseum Amsterdam, Publiek domein.
Ik wierd hier met mijn vriend Biersma van ’t Heerenveen
ingekwartierd bij eene mijnh[eer] Ten Cate, een rijtuig- en kladschilder5,
wonende in de Schipperstraat, bestaande de famille van dezen man in 3 aardige dochters
en een zoon. Allerbeste menschen die ons naar hun vermogen zeer wel onthaalden. Het jongste van deeze meisjes
was, zo als het heette, geëngageert6 met een officier, Van Goor genaamd, Lieut[enant] onder de aldaar in guarnisoen liggende
Carabieniers. Een ander officier kwam daar ook veel aan huis en maakte het hof aan
de oudere dochter, hetgeen ons vrij wat geneerde en ons veelal onze tijd elders
deed doorbrengen. De oudste dogter (zo verhaalde de vader en moeder met veel
opgeblazenheid) bevond zich te Brussel en was geplaatst als huishoudster
bij Z.E. den Minister van Buitenl[andse] Zaken7, doch zeer waarschijnlijk - zo dagt ik dadelijk op het horen - dat zij er wel uitzag als Mait…8 van Z.E. Nu, dat is het zelvde.
Hier had ik het genoegen, van des avonds in de Sociëteit zijnde (die waarlijk fraaij is), den ouden
overste Pijman, den vriend van onze gansche famille, te ontmoeten, die hier in rust en vrede in een allerliefst
huisje zijn pensioen verteert en daar wij des anderen daags hier rustdag […]
1 Geertruid van Nauta, een oudere zuster van Bavius' moeder Tjitske van Nauta, was in 1793 gehuwd met de uit Nijmegen afkomstige Wilhelm Godard Johan van Gendt.
2 Rhederoord is een historische buitenplaats bij De Steeg in de gemeente Rheden.
2 Rhederoord is een historische buitenplaats bij De Steeg in de gemeente Rheden.
3 hier staat een
stippellijntje, de plaatsnaam is niet ingevuld. Bavius refereert aan kasteel Dieren dat door de Fransen was verwoest. Het schilderijenkabinet, de bibliotheek en andere kostbaarheden waren door de Franse bezetter als oorlogsbuit naar Parijs gezonden en in het Louvre ondergebracht.
4 Johannes Florentius (Jan Floris) Martinet (Deurne,1729 - Amsterdam, 1795) was natuurkundig historicus, schrijver, pedagoog, theoloog en predikant te Gellicum en Rhenoy (1756-1759), Edam (1759-1775) en Zutphen (1775-1795). Hij schreef de Katechismus der Natuur, dat vele malen vertaald werd en tot in de twintigste eeuw op scholen werd gebruikt. De plek waar hij dat werk schreef was de (nu zo genoemde) Martinetkoepel op de Zutphense stadsmuur (zie Wikipedia).
5 Een kladschilder is gespecialiseerd in het schilderwerk aan huizen en inrichtingen, waarbij hij ook beschikte over de vaardigheid tot het aanbrengen van decoratieve motieven, wapenschilden en gekalligrafeerde teksten (zie Wikipedia).
6 verloofd.
4 Johannes Florentius (Jan Floris) Martinet (Deurne,1729 - Amsterdam, 1795) was natuurkundig historicus, schrijver, pedagoog, theoloog en predikant te Gellicum en Rhenoy (1756-1759), Edam (1759-1775) en Zutphen (1775-1795). Hij schreef de Katechismus der Natuur, dat vele malen vertaald werd en tot in de twintigste eeuw op scholen werd gebruikt. De plek waar hij dat werk schreef was de (nu zo genoemde) Martinetkoepel op de Zutphense stadsmuur (zie Wikipedia).
5 Een kladschilder is gespecialiseerd in het schilderwerk aan huizen en inrichtingen, waarbij hij ook beschikte over de vaardigheid tot het aanbrengen van decoratieve motieven, wapenschilden en gekalligrafeerde teksten (zie Wikipedia).
6 verloofd.
7 waarschijnlijk Anne Willem Carel baron van Nagell van Ampsen, tot 1795 burgemeester van
Zutphen; 1814-1815 secretaris van staat bij Buitenlandse zaken; 1815-1823 minister van Buitelandse zaken; zie Wikipedia en het Parlementair Documentatie Centrum
8 hier
staan drie stippels, als afkorting voor 'Maîtresse'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten