2. october. Heden morgen te 7 uren ging het wederom regts
uit de flank naar Lier, een klein stadje alwaar wij zo tegen de middag aankwamen.
Ons billet was niet van het beste en ik ging, hoewel vermoeijd, mij bij den
maire van een ander voorzien.
Het tweede was veel beter, en de menschen zeer geschikt en
vriendelijk, wij logeerden bij eene Monsieur van Rikstal in de Bagijnenstraat kort bij de
poort. De stad, hoewel klein, is nog al vrij goed, men heeft hier een
kostschool voor jonge
juffrouwen dat zeer geroemd wierd, als mede eene katoendrukkerij waarin wel
duizend menschen werkten1, toebehorende aan den heer Deader van Antwerpen.
De kerk is ook nog al bijzonder om zijne oudheid, het stadhuis
leevert weinig fraaijs op, ene bijzonderheid is hier de wenteltrap, zeer fraaij
gemaakt, die op geene stylen leunt. De markt is groot en fraaij. De Antwerpsche
poort is nieuw opgebouwd, de vesting gedemolieerd. Na den avond op de Sociëteit alwaar men zeer goed bediend wierd en die het
uitzigt op den markt heeft, vrolijk te hebben doorgebragt, gingen wij te rust.
Het stadhuis van Lier, foto Johan Bakker, Wikimedia Commons licentie CC BY-SA 3.0
Geen opmerkingen:
Een reactie posten