3 october vertrekken te 6 uur naar Turnhout, een
fraay vlek, de maire alhier was ons niet zeer genegen, en had zich zeer brutaal
tegen de quartiermakers uitgelaten, en was ook bij de ingezeetenen geheel niet
gezien of geagt. Ik logeerde met Biersma bij eene monsieur Marten Hendriks, een banquetbakker, een goed mensch, wiens vrouw zinneloos was,
hier hadden wij het zeer goed. Turnhout is een fraaij vlek pronkt met een
schoon modern stadshuis, het vlek ziet er zeer welvarend uit, en de
ingezetenen is goed zoort van menschen. De Turnhoutse knapkoek is volgens
zeggen van onsen hospes zeer beroemd, hij liet er ons van proeven, en wij namen
eene goede provisie mede. Het coffijhuis alwaer wij den avond passeerden is
zeer goed, en de jenever zeer goedkoop, uitgezondert de Bagijnekerk en fraaije
Roomsche kerk levert dit dorp niets byzonders om te bezien. Veel mooije meisjes
zag ik er niet (uitgezondert eene, die er wel uit zag in ene winkel alwaar ik
eenige noodwendigheden kogt als lint en pijpedoppen en tabak).1 Hier wierd onze
compagnie met een aantal honden van allerleij ras vermeerdert, waarvan een
ieder zich voorzag.
De Sint-Pieterskerk in Turnhout
(foto door Michiel1972 via Wikimedia Commons, licentie CC BY-SA 3.0)
1 de tekst die tussen haakjes staat heeft Bavius in het handschrift stevig doorgekrast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten