donderdag 8 oktober 2015

8 oktober, van Gassel naar Nijmegen


De Belvedère, foto ca. 1900 (Wikimedia Commons, publiek domein).











8. […] op weg om de compagnie op te zoeken. Wij vertrokken heden den 8 van hier ongeveer te 7 uren op Nimeghen, en arriveren daar om streeks 11 uren. Kort bij ons dorp wierd onze compag­nie met een pont over de Waal gezet. Als daar wort de weg veel aangenamer en boschrijker, men ziet van tijd tot tijd een schone buitenplaats, en dit duurt zo tot een half uur distantie van Nimegen, wanneer men weder niets vindt wat enigsints het oog kon bekoren. Het gewone lot van alle versterkte plaatsen waar alles wat ener boom gelijkt in de nabijheid wort weg geruimd, ten einde in oorlogs tijd aan den vijand alle schuilplaatsen te ontnemen. De buitenwerken der vesting waaren thans grotendeels verciert en geheel in order gebragt. Bij het inmarcheren van onze  Compagnie (zijnde zo ik meen op een zondag)1, kwam een menigte volk op de been en het kwam mij voor aan de gelaatstrekken van het gepeupel, dat men ons niet ongenegen was. Op de Markt halte gehouden hebbende, wierden de billetten als naar gewoonte onder de manschappen uitge­deeld en ieder spoede zich naar zijn logement, om eensdeels aan de behoeftens van zijn maag te voldoen, ander­deels, om zich een weinig van schoon linnen te voorzien.

Ik was gelogeerd met mijne camaraden in het Logement "de Ridder Sint Joris" bij Alders in de Molen­straat2. (Mijn eerste billet was bij de juffrouw Jamin, doch hier was het mij te eenzaam, dewijl  dit zo ik hoorde reeds een mensch van jaren was.) Ik verkoos dus liever bij mijne kamaraden te zijn. Hier hadden wij het exellent en waren aldaar (except de wijn) op kosten van de regering inge­kwar­tierd. De huishouding aldaar kwam mij uitermaten vrolijk en losjes voor, ook de keukenprinces en werk­meid schenen wel meer militairen gelogeerd gehad te hebben. Tafel, ligging, etc. etc. was hier uitermaten goed. Wij amuseerden ons meest thuis en hielden ’s morgens onze sociëteit in de voorkamer, die een aller aangenaamst uitzicht op de brede straat had.

Des avonds wierden wij in de Sociëteit 'de Harmonie'3 geïntroduceerd die zeer fraaij en goed verligt was en spreken hier enige kennissen, onder anderen de heer Schenk van Nijdeggen. Wij hadden den dag met wandelen doorgebragt in de stad die nogal fraaij is door gelopen en dronken de thee op de Belvidere4, een schoon gebouw van waar men een alles verrukkendst gezigt heeft over de Waal die hier onder langs stroomt, en over de aangename environs. Als men zich boven op het torentje begeeft, heeft men een ruim gezigt over de gansche stad en de uitgebreide fortesse. Het Valkenhof, alwaar [men] nog een bouwval van een tempel vindt (door Drusus zoo men zegt, gestigt)5, verdient, om derzelfs aardige hoezeer niet uitgebreide wandelplaatsen, bijzondere opmerking.

F. Maaskamp, de Gierbrug bij Nijmegen, ca. 1800 (privécollectie).

Wij bezigtigden voords de Gierbrug6, die uit twee zware schepen is zamen­gesteld, door zware ketens aan elkander als ’t ware vast geklonken, waarover een plat dek ligt, en zodanig gemaakt als of het een enkel schip was. De brug is voorzien van twee zware mas­ten regtstandig nevens elkander met een dwarsbalk, volmaakt in het figuur van een galg  voor­stellende voorzien. Over deze balk loopt een zwaar ankertouw, hetgeen over de gansche lengte van het schip of brug heen loopt, en aan kleine booten, die een eind wegs de Waal op naast elkander liggen, is vastgemaakt. Agt zulke boten verrigten het gansche werk: zodra de Gierbrug los wordt gemaakt, gaat de eerste boot mede, de andere volgen en de laatste ligt aan een anker vast. De overvaart is wegens de woeste stroom zeer snel. Men heeft slechts behoorlijk op het roer te passen en alles redt zich van zelven. Een klokje aan weerskanten van de Waal geplaatst, vermeldt den reiziger wederom de tijd van overvaren: de brug is zoo groot dat een bataillon soldaten zonder eenige zwarigheid er zeer gemakkelijk daarop kan staan.

Ik voorzag mij hier voor mijn vertrek van een aardig oud tabaksdoosje, die hier en allerwege zeer gerenommeerd zijn.

Tabaksdoos met het zogenaamde 'raadsel van Nijmegen', 19de eeuw, Museum Het Valkhof, (publiek domein.) 



1 dit is een aanwijzing dat het verslag achteraf is opgeschreven, want anders had Bavius het wel zeker geweten.
2 gelegen aan de Molenstraat 80, thans een gemeentelijk monument. In 1817 werd in het logement de Nijmeegse afdeling van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen opgericht. In 1822 werd het logement verkocht en werd het een particulier woonhuis.
3 Sociëteit 'De Harmonie' was in 1812 opgericht. In 1934 ging ze failliet en werd het gebouw verkocht.
4 De Belvédère was een wacht- of uitkijktoren, gelegen aan de oostzijde van het Valkhof in het Kelfkensbos. De toren, gebouwd in het midden van de 15de eeuw als waltoren, is omstreeks 1646 door de stadsbouwmeester Peter van Blokhout verhoogd tot "speeltoren", zie Wikipedia.
5 In 12 v.C. werd onder Drusus een campagne tegen de Batavieren uitgevoerd vanuit het Romeinse legerkamp op de Hunnerberg, iets ten oosten van het Valkhof.
6 zie http://www.huisvandenijmeegsegeschiedenis.nl/info/Veerdienst_over_de_Waal. De gierbrug is in 1657 gebouwd en bleef in gebruik tot begin 20ste eeuw. Hij 'giert' door de stroming over het water. Aan de noordkant van de Waal, bij Lent was een aanlegsteiger gebouwd. De brug droeg de naam 'Zeldenrust' omdat hij constant in gebruik was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten