2 augustus: des morgens te 6 uuren stond onse compagnie
weder gereed om van daar naar Brussel te marcheren. Zo als ik met Nauta digt
bij de plaats van het appel, zijnde vlak voor het hotel van Prefecture1, genadert
was, kwam mij mijn vriend Ten Cate2 tegemoet
lopen en heette mij welkom, beide waren wij gefrappeerd elkander hier te
ontmoeten. Hij deed mij nog een eind wegs
buiten de stad uitgeleyde, tot digt bij Eppechem en keerde
toen weder terug: deze marsch was zeer aangenaam tot aan Brussel toe. Eerst
passeerden wij het dorp Eppichem, dat zeer weinig beteekent. Het was ongelukkig
regenagtig weder, zodat wij ons hier enige tijd ophielden en voorts naar Vilvoorden (of Villeforte) marcheerden, een aardig zindelijk stadje, over
liever dorp. Even buiten hetzelve ziet
men een zeer groot en zwaar gebouw, rondom in brede gragten besloten, het welk
dient tot eene gevangenis voor slechte en eerloze vrouwspersonen3. Meer dan
vijfhondert van dat soort, zeide men ons, zaten er thans opgesloten. Ook meende
men dat de vrouw van de berugte Schinderhannes4, die in die
omstreeken zo veel geroofd had, daar gevangen zat. Het gebouw was rondsom door
schildwagten bezet.
Na een klein halfuur
marcheerens, arriveerden wij te Trois Fontaines5, een aangenaam plaatsje aan de
vaart naar Brussel gelegen. Hier hielden
wij wel een groot uur halte, om de berge6 die van
hier naar Brussel afvaart, af te
wagten. En hadden overvloedig den tijd om enige verversching in den herbergen
die hier zeer goed zijn en waar men wel en goedkoop bediend wort, te gebruiken.
Wij waren thans nog twee goede uren van Brussel en verkozen liever deesen weg
die zeer aangenaam is, met een vaartuig dan te voet af te leggen, om alles te
beter en op ons gemak te kunnen beschouwen.
Vooraanzicht kasteel Laeken ten tijde van Koning Willem I. Gebouwd in 1782 voor
aartshertogin Maria Christina van Oostenrijk, werd het kasteel in 1804 door
Napoleon gekocht en in 1810 aan Joséphine geschonken. Ook koning Willem I
verbleef in deze residentie.
Anonieme gravure in: P.J. Goetghebuer. Choix des monumens... (Gand 1827).
Anonieme gravure in: P.J. Goetghebuer. Choix des monumens... (Gand 1827).
Na ons alle ingescheept te hebben in dit ruime en aangename
vaartuig waarin men een zeer ruim vertrek vindt, voorzien van stoelen en andere
gerieflijkheden, ging wij onder den lijn. Ik begaf mij daar het weder gunstig
was boven op het dek en konde dus alle de buitenplaatsen die wij passeerde in
ogenschouw neemen. Het Casteel te Laaken verdient door desselfs trotsche
ligging op eene hoogte en desselfs fraaije bouworde een ieders bewondering. Niet
lang duurde het of wij zagen de torens van het lang gewenschte Brussel in het
verschiet voor ons en verheugden ons reeds in voorraad over de goede logementen
welke wij daar zouden vinden, over de vermaaklijkheden welke deze wijd beroemde stad aan ons zoude opleveren. Eindelijk op de
afstand van een quartier mars stapten wij uit de berge aan land en schaarden ons in orde om deze stad
binnen te trekken. Ongelukkig bleef de regen voortduren, zodat wij vrij morsig
en beslikt den stad binnen kwamen en op de Groenmarkt7 stil
hielden.
En hier wierden de billetten uitgedeelt en ik wierd met
Nauta bij de Leuvensche poort in een logement gebilletteerd, doch zonder
voeding. Hadden meer dan een half uur te lopen voor wij ons logement
bereikt hadden, het geen bij slot maar vrij sobertjes was en alwaar wij niets
te eten noch te drinken konden krijgen als voor ons eigen rekening. Dit viel
dus tegen verwagting uit. Wij verkozen dus liever in een ander logement te gaan, dat digter bij de
plaats van het appel gelegen was. Wij resolveerden dus ons boeltje weer op te
pakken en een ander logement op te zoeken, wenschten onze hospita en hare dochters vaarwel, en gingen naar het
logement daar Otterlo en Van Sloten gelogeerd waren.
Wij namen voorts met de Lieutenant Lutjens8 eene fiacre (of
huurkoets) en lieten ons de stad doorrijden. Ik liet mij met deze koets naar
het huis van Mevrouwe de Marquisonne de Remcourt9 brengen,
in de Ruisbroekstraat10, alwaar de
Kapitein van Heekeren11, de
vriend van Frisius, gelogeerd was geweest, ten einde aldaar enige berigten omtrent mijn
broeder in te winnen, welke ik nog hoopte in Brussel te zullen vinden. Na veel
zoeken vonden wij eindelijk het genoemde huis, en een fatsoenlijk wel gekleed
Jongheer, denkelijk de zoon, gaf ons op eene zeer beleefde en vriendelijke
wijse de allergeruststellendste berigten nopens den toestand van mijn geliefden
broeder en zeide mij, dat hij weder geheel hersteld zijnde van zijne blessure
aan het been, reeds voor vier weeken zijn bataillon was gevolgd dat thans
hooger op in Frankrijk lag. De capitein van H[eekeren] was mede voor eenige
dagen derwaards op reis gegaan. Deeze aangenaamen tijding verheugde mij
hartelijk en stemde mijn hart meer voor de vrolijkheid.
Na alle voorname straten van Brussel, en het Park12 tot twee
malen toe rond getoerd te hebben,
hielden voor het Café du Parck stil, zijnde een zeer fraaij en groot
coffijhuis, het welk zijn uitzigt heeft op de de wandeldreven van dit
fraaijste gedeelte der stad. Hier ontmoetede ik mijn vriend, of accademiekennis
Gerritje de Rook13 van Leeuwarden, die thans
van Aaken terugkwam, alwaar hij de baden14 had gebruikt
en er thans heel veel beter uitzag als bij zijn vertrek derwaards uit Leeuwarden.
Beide waren wij verheugd elkander te ontmoeten en bleven een geruime tijd alhier in elkanders
gezelschap.
In dit coffyhuis was alles voor geld te krijgen wat de lekkerste mond konde begeren: allerhande schone vrugten, gebakken, ijs, liqueren etc. etc. konde men hier krijgen, en wierd op de keurigste wijs voor het oog tentoongesteld, zodat men nauwlijks de verzoeking konde wederstaan. Ik voor mij deed het met een lekker kopje café noir af en nam er een glaasje conjac toe, en hier mede basta.
In dit coffyhuis was alles voor geld te krijgen wat de lekkerste mond konde begeren: allerhande schone vrugten, gebakken, ijs, liqueren etc. etc. konde men hier krijgen, en wierd op de keurigste wijs voor het oog tentoongesteld, zodat men nauwlijks de verzoeking konde wederstaan. Ik voor mij deed het met een lekker kopje café noir af en nam er een glaasje conjac toe, en hier mede basta.
Anonieme gravure van het hôtel Belgiojoso (vóór 1815). Het Hôtel diende onder keizer Napoleon en koning Willem I als koninklijk paleis. Vanaf 1816
liet Willem I een nieuw Koninklijk Paleis bouwen door samenvoeging van
het Hôtel Belgiojoso en het naastgelegen Hôtel Bender, wat pas in 1824 werd voltooid. Bron: Prentenkabinet der Koninklijke Bibliotheek Albertina te Brussel.
Wij gingen vervolgens het vorstelijk paleis bezigtigen, het
welk niets uitsteekends had in pragt boven de andere gebouwen, welke hier
rondsom het park staan: het Paleis van de Marquis de Asse15 verdient
zeker ieders bewondering.
’s Middags gingen wij bij een restaurateur eten en wel zeer
goedkoop, voor agt stuivers de man.
Wij gingen des avonds de Fransche comedie bijwonen, die
zeer fraaij is, doch niet boven die van Amsterdam uitmunt. Bleven den overigen
tijd in het Café la Monnaije doorbrengen, alswaar niet gerookt mogt worden,
iets dat mij geheel niet behaagde.
De Sint-Goedele, Wikimedia Commons CC BY-SA 3.0; Foto door Luc Viatour / www.Lucnix.be.
De St. Gedula kerk16 te
Brussel is zeer fraaij, doch ik kan niet vinden dat zij die van Antwerpen overtreft,
alleen is dezelve fraaijer georneerd en prijkt met eenige schone
schilderstukken, vooral die welke op doek geborduurd zijn en de grootste
bewondering verdienen. Mij ontbrak de nodige tijd om al het merkwaardige
dezer stad te bezigtigen, dewijl wij er slegts nagtkwartier hadden. Op ons
retour hoopte ik hier toe betere gelegenheid te zullen vinden, nu moest alles
zo maar met eene korte en oppervlakkige beschouwing aflopen, wilde men ten
minsten alles opnemen wat de tijd ons permitteerde. Daarbij was ik reeds zo
vermoeijd van al dat omdrentelen, dat ik naar rust verlangde, en hier voor
was de schouwburg zeer geschikt, alwaar wij ons dan ook regt goed amuseerden. Vervolgens
begaven wij ons vroegtijdig ter rust en sliepen volmaakt wel.
1 Bedoeld wordt het Stadhuis aan
de Grote Markt.
2 Dit kunnen verschillende
personen zijn, zoals Pieter ten Kate, 1815-1821 namens IJlst lid van
Provinciale Staten van Friesland of Steven ten Cate (1788-1854), burgemeester
van Sneek en lid later van Provinciale Staten van Friesland.
3 Dit tuchthuis is in 1779 als moderne gevangenis gebouwd op de plaats van een hertogelijk kasteel dat al in de tijd van Karel V dienst deed als staatsgevangenis, o.a. voor Jancko Douwama en de Engelse bijbelvertaler Tindale.
4 Johannes Bückler (1779? – Mainz, 1803), bijgenaamd Schinderhannes, was een Duitse bandiet, die in zijn korte leven
medeverantwoordelijk was voor ongeveer 130 misdaden, diefstallen, afpersingen
en roofovervallen. Hij opereerde doorgaans in een klein groepje van drie tot
zeven mensen. Zijn operatieterrein was het gebied langs beide oevers van
de Rijn, vooral bij de Hunsrück en het gebied ten noorden
daarvan in de huidige deelstaat Rijnland-Palts. Bückler maakte echter ook
regelmatig excursies naar het omliggende gebied, dat nu bij de
deelstaten Hessen en Saarland hoort. Hij trouwde met Julchen Bläsius († 1851). Waarschijnlijk is zij nooit in België geweest. In elk
geval heeft ze in Mainz twee jaar tuchthuis uitgezeten.
5 Trois-Fontaines/Drie
Fonteinen ligt op de linkeroever van de Willebroekse Vaart, ten zuiden van
Vilvoorde. Het is tegenwoordig een ‘Domaine’, een natuurgebied met wat
bebouwing.
6 barge: (verouderd) 1
trekschuit 2 beurtschip, bron: Van Dale Groot
Woordenboek der Nederlandse Taal; het Franse woord barge betekent: platbodem.
7 De Groenmarkt of Grasmarkt (vroeger Gersemarkt).
8 zie over hem de blog van 12 juli.
8 zie over hem de blog van 12 juli.
9 In het Utrechts archief bevindt zich in het archief van Huis Zuilen (Toegang 76) inv.nr.
10 Gelegen in het centrum van Brussel. Aan één zijde is alle oude bebouwing
gesloopt en bevindt zich thans het Algemeen Rijksarchief van België.
11 Niet zeker welk lid van
de familie Van Heeckeren wordt bedoeld. Mogelijk J.B.D.A. baron van Heeckeren
tot Enghuizen (1792-1884), die van dezelfde leeftijd was als Frisius (* 1791)
en die zijn carrière is begonnen als marineofficier.
12 Het tegenwoordige Warandepark of
Koninklijk Park, gelegen tegenover het Koninklijk Paleis.
13 Gerhard de Roock (Harlingen 1787), op 28 mei 1811 gepromoveerd te Franeker op stellingen (theses),
juridische faculteit (Tydeman) (zie F. Postma en J. van Sluis, Auditorium
Academiae Franekerensis).
14 Aken was destijds een bekend
keuroord met zwavelhoudende baden.
15 Het Hôtel d’Assche, gelegen aan de Hertogsstraat, werd pas in 1827 door een muur verbonden met het gerenoveerde Koninklijk Paleis. Vanaf 1852 werd het Hôtel d’Assche de vleugel voor de civiele lijst van de koning, het Kabinet des konings en la Maison Militaire van de koning. Willem Bergé, ‘Monumenten in België met betrekking tot Willem I’, Jaarboek Monumentenzorg 1993, 95-1995, ald. 104. Zie ook Liane Ranieri, ‘Le palais royal de 1780 à nos jours. Le site et l'édifice’. Le Palais de Bruxelles. Huit siècles d'art et d'histoire (Arlette Smolar-Meynart e.a.). Bruxelles 1991.
p. 270.
16 De Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele werd in het begin van de 13de eeuw gebouwd op de Treurenberg. In de kerk, gewijd aan Sint-Michiel, werd in 1047 een kapittel ter ere van Sint-Goedele werd. Het is de katholieke hoofdkerk van België. In 1815 werd hier een Te Deum gehouden om de overwinning in de Slag bij Waterloo te vieren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten