4. dito. Des morgens verlieten wij dit Nazaret1 zonder enige de minste treurige gewaarwording te onvervinden. Integendeel was ieders
hart tot vrolijkheid gestemd, daar wij nu spoedig het einde onser bestemming,
de stad Mons2 hoopten te bereiken, om
aldaar van onze fatigues uit te rusten.
De weg van hier tot Mons is zeer aangenaam en boschrijk. Vooral
wanneer men deeze stad tot op een uur distantie is genadert, worden de gezigten
prachtiger en een aangenaam verschiet van rijzende heuvelen en dalen doen zich
aan het oog van den wandelaar op. De weg loopt dan eens over hoogten, dan eens
door vlakke boschrijke dalen en doet u onververwachts de stad, in de verte op
een hoogte gelegen, aan het verraschte oog ontdekken.
De Grand Place in Mons.
Foto door Jean-Pol Grandmont, licentie CC BY-SA 3.0 via Wikimedia Commons.
Hier ontmoeteden wij onder de Haagsche vrijwilliger Jagers
te paard, de Heeren Lewe4 en Schepper5, die
alhier guarnisoen hielden, benevens een bataillon Landmilitie, waaronder zich
vele Friesche Jongens bevonden.
Wij marscheerden deeze zelfden dag nog naar St. Ghislain, een
klein stadje, alwaar wij vrij goede billetten ontvingen, doch waarvan ik wegens
vermoeydheid zeer weinig heb kunnen zien. Ik sprak hier nog iemand uit Sneek,
de zoon van Lammert Jelles6, die
thans bombardier was en een uur van deze plaats gecantonneerd lag. Niets
remarquables7 was hier te zien, als alhier de weekmarkt, welke des anderen daags
morgens plaats had en waar het wemelde van vrouwlieden die aldaar allerande
waren te koop veilden. Van hier schreef ik eene brief naar huis, die ik nog
dien zelfden morgen naar Mons liet opbrengen om aldaar op de post te geven.
1 Dikke van Dale: (fig.)
onbeduidend, afgelegen plaatsje.
2 de laatste grote Belgische
stad voor de Franse grens.
3 Saint-Ghislain, een plaats gelegen halverwege Mons en de Franse grens.
4 Jonkheer Unico Evert Lewe van Nijenstein (Groningen 1787-Groningen 1858). Groninger
Archieven, Toegang 547, Familie Lewe (1300-1949) inv.nr. 320: Akte van eervol
ontslag uit de dienst voor U.E. Lewe als vrijwilliger bij het korps Koninklijke
Jagers te Paard, 1815.
5 Imilius Josinus de Schepper (Leeuwarden 1790-Leeuwarden 1818), lid
Provinciale Staten van Friesland (1814-1818). W. Eekhoff, Friesland in 1815 p.55: Imilius Josinus de Schepper uit Hogebeintum
werd vrijwilliger bij de cavalerie.
6 Deze persoon heb ik niet kunnen identificeren, wie helpt?
7 noemenswaardig.
7 noemenswaardig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten