23.ste Des
morgens te 9 uuren verlieten wij Utrecht en zetteden den stap naar
Lexmond, 4 à
5 uren van daar gelegen. Eenige heeren studenten, van de Utrechtsche
vrijwilligers die nog geene destinatie hadden gekregen, begeleijden ons een
eind wegs, tot aan Jutfaas. Onder deesen bevond zich ook de broeder van
Juffrouw de Wijs1.
Te Jutfaas hielden wij halte. Dit plaatsje is beroemd wegens
de bataille of gevegt het welk hier is voorgevallen tegen de Pruisen, en waar
de dappere Visser, Utrechts held, het leven roemrijk verloor aan het hoofd
van de dappere Utrechtsche burgerschaar2.
Jonas Zeuner, Vuurgevecht
aan de Vaartse Rijn bij Jutphaas op 9 mei 1787, 's avonds om tien uur, detail. Rechts
de Utrechtse patriotten, links de troepen van de stadhouder. Rechts staan de
Utrechtse patriottische troepen en vuren staand en met kanonnen op de
Amersfoortse Prinsgezinde troepen links. Aan beide zijden liggen doden en
gewonden op de grond. Glas, beschilderd in
goud, zilver en zwart, 1787-1788. Rijksmuseum, Amsterdam.
De weg is
vervolgens niet onaangenaam. Wij passeren Vreeswijk aan den vaart, een mooi dorp. Wierden hier over den rivier de Lek gezet, die hier zeer breed is,
trokken door Vianen, een klein aardig stadje,
alwaar wij vertoeven en in de Sociëteit enige verversching gebruiken.
En zo naderden wij het dorp Lexmond, aldus geheten naar de
mond van de rivier de Lek, alwaar ik weder met Nauta wordt gebilletteerd bij een
boer, een quartier van het dorp gelegen. Hier viel weinig belangrijks voor.
Dit plaatsje heeft in het najaar veel van het water te
lijden, eene zware dijk is hier aangelegd en dient
tot bescherming voor de ingezetenen van die plaats. Dikwijls
evenwel, hebben er zware dijkbreuken plaats gehad, waarvan wij nog overblijfselen
konden zien.
1 Volgens het Album Studiosorum AcademiaeRheno-Traiectinae (Lijst van studenten aan de Academie van Utrecht) waren er in 1811 twee studenten ingeschreven met de
achternaam (De) Wijs, namelijk Jacob Wijs (Amsterdam 1793-Den Haag 1828),
predikant, die volgens het Biografisch portaal in 1811-1812 gestudeerd zou
hebben, en Jean Esaie Christien de Wijs (Utrecht 1796-), eveneens student in de
theologie. Mogelijk is de laatste de genoemde student. Hij had in elk geval drie zusters, Catharina Anthonia Johanna ( Utrecht 1798-Utrecht 1830), ongehuwd, Susanne Cornélie (geboren Utrecht 1790) en Alida Jacoba (Utrecht 1789-Alblasserdam 1856).
Qua leeftijd kan één van de oudste twee meisjes de vriendin van Bregtje Marchant zijn geweest.
2 In het laatste kwart van de 18de eeuw kregen de patriotten met name in Utrecht steeds meer macht. In een poging zijn macht te herstellen omsingelde stadhouder Willem V de stad. Hij besluit de strategisch gelegen
Leksluis bij Vreeswijk te heroveren. Zijn leger bestaat echter uit onervaren en
onbetrouwbare troepen. Op 9 mei 1787 komt het tussen Jutphaas en Vreeswijk tot
een treffen tussen de troepen van de stadhouder en een klein patriots leger van
250 Utrechtenaren. Bij het eerste stadhouderlijke salvo vallen aan patriotse
kant enkele slachtoffers, waaronder bevelhebber mr. Cornelis Govert Visscher en
kanonnier Robertus van der Vlerk. De patriotten schieten terug, waarop de
troepen van de stadhouder vluchten. De Utrechtse patriotten maken honderden
wapens en de krijgskas met 30.000 gulden buit. Een week later krijgen de
gesneuvelde patriotten een heldenbegrafenis in Utrecht. Hun sjerp en andere
persoonlijke bezittingen worden bewaard in het Centraal Museum te Utrecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten