zondag 20 september 2015

20 september, op jacht

woensdag 20. [September] Heden morgen na het apèl ging ik in mijne eenzaamheid een wandeling doen door een goot bosch naar de zuidkant van ons dorp gelegen en meestendeels uit haselaren, waartuschen hoge opgaande bomen bestaande. Des namiddags gingen Tinco, Grardus1, Poppes, Koon2 en ik op de jagt. Ik had mij reeds bij een jager van een dubbeld jagtgeweer voorzien, hetgeen hij mij leende. Wij deden in het begin wilt op, doch hadden het geluk nog 7 eendvogels te schieten, waarop wij ons des anderdaags zouden vergasten. Onderweg passeerden wij het casteel van de Heer Maire van Douaij, dat nog al fraaij en aan de rijdweg was gelegen. De stad Douaij ligt niet ver van hier doch er mag niemand onzer binnentreden. Dese wandeling was regt aangenaam.
Douaij is volgens het uiterlijk aanzien zeer oud, doch van goede vestingwerken voorzien. Er is mede eene voorname universiteit. De omstreken zijn zeer aangenaam; ik was zeer nieuwschierig dese stad van binnen te beschouwen, doch even als te Valanciennes mogt ons dit niet worden toegestaan. Naar huis kerende, en na overal rondgedwaald te hebben, komen wij op een afgelegen buitengoed, alwaar wij de pijp gingen ontsteken, en een ogenblik verpoosden en met den opziener, een boer, een half uurtje zaten te praten, vervolgens de tuin gingen bezigten en toen weder naar ons dorp gingen.
Thuis komende hoorden wij dat onze Colonel de koorts had. De Lieutenant Van Dalen communiceerde ons het nieuws dat hij zijne aanstelling gekregen had als eerste Lieutenant en adjudant bij het hoofdquartier van den Erfprins te Parijs en dat hij derwaards denkelijk spoedig gaat vertrekken. Dit deed mij zeer leed, daar wij aan hem een zeer goed en braaf officier zullen missen.


Van der Aa verzoekt aan den Colonel verlof voor drie weeken om zijne vrouw3 te gaan bezoeken, en enige zaken te arrangeren welke zijne praesentie vereischen. Het is hier thans zeer koud, hetgeen onder de exercitie welke wij hier op het kerkhof verrichten zeer lastig is.








Eelkje Poppes (1791-1828) door Willem Barteld van der Kooi.






1 Er is geen jager met achternaam Grardus in de compagnie. Waarschijnlijk bedoelt Bavius zijn neef Gerardus Rinia van Nauta (1790-1844), want verder noemt Bavius alleen zijn broers bij de voornaam.
2 J. Koon, mogelijk dezelfde persoon als Johannes Seidel Koon (Leeuwarden 1793-1848), zoon van Matthijs Koon en Petronella Anna Seydel. 
3 Robidé van der Aa was op 22 juni 1815, dus kort voor hun vertrek uit Leeuwarden op 13 juli, gehuwd met Eelkje Poppes.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten