maandag 11. [September] heden morgen te half 7
uren betrek ik weder de wagt tot 12 uren in de middag. Ik amuseer mij hier
weder met een brief naar huis te schrijven, en des avonds eene aan M. en H.
Des avonds op het apel neemt de Lieutenant Lutjes uit naam
van den Capitein een aandoenlijk afscheid van de Compagnie, alsmede de
Lieutenant Hanegraef. De Capitein was te zeer getroffen, dit zelve in persoon
te komen doen en liet om die reden zijne excuses maken. Van der Aa beantwoorde
deze afscheijdsrede, uit naam der gansche Compagnie, in zeer vleijende en
welgepaste bewoordingen.
Heden morgen had de Lieutenant Hanegraaf reeds afscheid van ons in den kring genomen. kortom deze dag was in vele opzichten recht
aandoenlijk. Men maakte onder elkander het plan, om onze officieren, wiens
vertrek op morgen bepaald is, gezamenlijk uit geleijde te doen tot een uur of 3
afstand ’s van ons cantonnement en verzogten hier toe van onzen nieuwen
Capitein de Heer Spengler1 verlof, het
geen door dezelve zeer vriendelijk wierd geaccordeert. Bragten vervolgens den
nagt vrolijk en slapeloos door, om des morgens te 3 uren gereed te kunnen zijn
om te vertrekken.
J.Th. van Spengler, collectie Haags Gemeentearchief.
1 Johannes Theodorus van Spengler (Zutphen 1790-Gendringen
1856), 1816 geadeld als jonkheer, vervulde verschillende militaire
functies, zoals kapitein, 11de bataljon infanterie van linie, van 1 december 1814
tot 9 juni 1815; compagnieshoofd, van 9 juni 1815 tot 16 november 1815; commandant,
bataljon Jagers nummer XVI, van 16 november 1815 tot 1 januari 1819. Minister
van Oorlog in het eerste kabinet Thorbecke (1849-1852) en minister van Marine
ad interim (1851).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten