Zaterdag 9 [September] Mij heden veel beter bevindende, ontving
ik des voormiddags een bezoek van Van Sloten, Ruitinga1, de beide Boelens,
Wentholt en de Lieutenant Schroeder van de Pontoniers, en begaf mij des avonds weder
op het appel te 5 uren. Heden kregen wij tijding uit het hoofdquartier wegens
het ophanden zijd vertrek van onzen capitein en Lieutenant, als gedestineerd
naar de Westindische coloniƫn.
Een onzer cameraden, (Gerrelsma)2 wort wegens
verregaande nonchalance in den dienst, naar den Staf getransporteerd, en voor 3
maal vierentwintig uren in de prison gebragt. Ik ontving ook een brief van
mijn geliefde vader, die mij schrijft dat allen thuis welvarende zijn, als mede
dat mijn broeder Frisius, Lieutenant onder het Bataillon Jagers No. 27,
zich volgens ingekomen berigten wel bevond, en door Zijne Majesteit den Koning
der Nederlanden tot Ridder van de Militaire Willemsorde, benevens mijn neef
Nauta, waren benoemd en 6 uren van Parijs, te Malignon was gecantonneerd. Op
zijne gezondheid en benoeming wierd dien avond in onze Sociƫteit bij de veuve
Warlus, een goed glas wijn door mij en onze overige camaraden gedronken.
Een onzer camaraden wort op het onverwachts zeer ernstig
ziek, men vreest voor eene zinking koorts.
Het Kruis Militaire Willems-orde Ridder 4e klasse. Scan en tekening door Robert Prummel, Wikimedia Commons, licentie Cc BY-SA 3.0
1 hoogstwaarschijnlijk Douwe Watzes Ruitinga (Leeuwarden
1793-Franeker 1845), rijksbelastingontvanger te Langweer (1831), en bij
overlijden rijksontvanger te Franeker.
2 Jentje Petrus Gerlsma (Hindeloopen 1794-Gaasterland 1824), zonder beroep, zoon van Sicco Gerlsma, vrederechter te Hindeloopen en lid van Provinciale Staten van Friesland. Hij is verdronken in een sloot tussen Balk en Wijckel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten