woensdag 22 juli 2015

22 juli, van Amersfoort naar Utrecht

22 Julij. Wij vertrokken des morgens te 6 uuren van hier naar Utrecht, eene vrij grote marsch. De weg is aangenaam en loopt lijnregt over den berg tot aan het buitengoed van den heer De Smet, die waar­lijk zo ver hij zichtbaar was, zeer fraaij voorkwam1. Van desen berg heeft men een schoon gezigt op de stad Amersfoort en omliggende dorpen en steeden. Men heeft hier aan weerskanten meest barre heide en niet eerder als bij de genoemde buitenplaats wort de weg meer boschagtig.



Huis Vollenhoven bij De Bilt, tussen 1800 en 1810 aangelegd door Pieter de Smet.
Gravure door P.J. Lutgers, 1869.

Eindelijk naderden wij het Huis ter Heide, eene aangename aan den weg gelegen herberg waar wij een moment vertoefden. Wij passeerden vervolgens De Bild, een aangenaam dorp 3 quartier van Utrecht gelegen. Alles is hier straatweg en wordt, hoe meer men Utrecht nadert, te aangenamer door de pragtige buitenplaatsen welke aan wederzijden van den weg gelegen zijn.
Bij Utrecht ontmoeten wij eenige van de Utrechtsche Vrijwilligers, die ons kwamen recipieren2. Hier troffen wij juist de kermis3. Kregen vrij goede billetten. Ik maakte evenwel geen gebruik van mijn logement, hetgeen achter den Dom was bij eene Rensbergen, maar ging met Tinco bij mijnheer en mevrouw Marchant4 logeren. die ons reeds te Sondel instantelijk verzogt hadden. Hier hadden wij het uitmuntend goed. Die vriendelijke menschen deeden ons alle mogelijke genoegens. De Jonge Juffrouw Brechtje Marchant5, de oudste dogter, en hare vriendin, eene Juffrouw De Wijs, twee hele lieve vrolijke meisjes, maken ons het verblijf aldoor zeer aangenaam, hoewel hetzelve tot mijn leed­wezen van korten duur was en wij weder des anderen daags morgens te 6 uren moeten marche­ren. Evenwel besteede ik dezen korten tijd zeer goed. Naa de kermis langs geslenterd te hebben, ging ik in de Sociëteit een borrel drinken. Na den eeten nog eens rond gewandelt met Juffrouw Brechtje en al het merkwaardige in de kermis beschouwd, voorts thee gedronken hebbende gingen wij in gezelschap van M. en Mevr. en de Jonge Juffrouwen naar De Bak (dus geheten) alwaar het dien avond fauxhal6 was en vuurwerken wierden afgestoken. Mijn nigtje Tiete de Carpentier7 was hier ook gelogeerd, en mede van de partij. Hier amuseerden wij ons een groot gedeelte van den nagt zeer goed, gingen voorts te groot 3 uuren naar huis, hadden plan om naar bed te gaan, doch het ver­lan­gen naar een lekker kopje thee kreeg de overhand en onder het consumeren derselve was de dag reeds zo verre aangebroken, dat het bijkans niet de moeyte weerd was, om te gaan slapen. Evenwel op sterke aanraden van onze gastvrouw ging ik nog een uurtje à twee (want het was nu half 7 uuren) in mijn kleren liggen slapen, wijl wij te 9 uren zouden afmarcheren.
Na van deese vriendelijke menschen afscheid genomen te hebben, marcheerde ik af. Tinco kreeg permissie van den capitein om nog een dag te mogen blijven en ons te Lexmond weder in te halen.




Het is niet helemaal duidelijk welk huis Van Hylckama hier beschrijft. Huis Beerschoten, gelegen aan de rechterkant van de Utrechtseweg tussen Zeist en De Bilt, werd in 1765 door de koopman en banier Theodoor baron de Smeth (Amsterdam 1710-Amsterdam 1772) aangekocht. Pieter baron de Smeth van Alphen, zoon van Theo­door, kocht in 1800 landgoed Vollenhoven, gelegen aan de linkerzijde van de Utrechtseweg. Hij liet tussen 1800 en 1810 een compleet nieuw huis in Empirestijl optrekken, compleet met orangerie, koetshuis en ijskelder. Ook liet hij een park in Engelse landschapsstijl aanleggen door architect Hendrik van Lunteren. Tevens bezat Pieter de Smeth huis “Den Eyck” in De Bilt. In 1810 overleed hij op huize Vollenhove en werden beide huizen verkocht. Omdat huize Vollenhoven dichter aan de Utrechtse weg gelegen is, vermoed ik dat Van Hylckama dat huis bedoelt in zijn beschrijving.
recipiëren: ontvangen.
3 Utrecht kende diverse kermissen en jaarmarkten.
5 Sibrechta Carolina Marchant, geboren 1792 te Utrecht. Zij huwde in 1824 met Philippe Antoine van der Upwich, apotheker.
6 Naar analogie van de Vauxhall gardens in Londen werd de term Vauxhall in de 19de en 20ste eeuw gebruikt voor een feest, al dan niet in het kader van een kermis. Het kon om een muziekuitvoering in een feestelijk versierde zaal gaan, maar ook om een buitengebeuren, waarbij tevens vuurwerk werd afgestoken.
7 Titia Tjitske Anthonia Frederika de Carpentier (Sondel 1801-Sondel 1869), ongehuwd, dochter van Jan Hendrik de Carpentier en Aletheya Aurelia van Hylckama. Het meisje logeerde bij haar tante Martina, halfzus van haar vader Jan Hendrik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten