donderdag 23 juli 2015

23 juli, van Utrecht naar Lexmond

23.ste Des  morgens te 9 uuren verlieten wij Utrecht en zetteden den stap naar Lexmond, 4 à 5 uren van daar gelegen. Eenige heeren studenten, van de Utrechtsche vrijwilligers die nog geene destinatie hadden gekregen, begeleijden ons een eind wegs, tot aan Jutfaas. Onder deesen bevond zich ook de broeder van Juffrouw de Wijs1.
Te Jutfaas hielden wij halte. Dit plaatsje is beroemd wegens de bataille of gevegt het welk hier is voor­gevallen tegen de Pruisen, en waar de dappere Visser, Utrechts held, het leven roemrijk ver­loor aan het hoofd van de dappere Utrechtsche burgerschaar2.


Jonas Zeuner, Vuurgevecht aan de Vaartse Rijn bij Jutphaas op 9 mei 1787, 's avonds om tien uur, detail. Rechts de Utrechtse patriotten, links de troepen van de stadhouder. Rechts staan de Utrechtse patriottische troepen en vuren staand en met kanonnen op de Amersfoortse Prinsgezinde troepen links. Aan beide zijden liggen doden en gewonden op de grond. Glas, beschilderd in goud, zilver en zwart, 1787-1788. Rijksmuseum, Amsterdam.

De weg is vervolgens niet onaange­naam. Wij passeren Vreeswijk aan den vaart, een mooi dorp. Wierden hier over den rivier de Lek gezet, die hier zeer breed is, trokken door Vianen, een klein aardig stadje, alwaar wij vertoeven en in de Sociëteit enige verversching gebruiken.
En zo naderden wij het dorp Lexmond, aldus geheten naar de mond van de rivier de Lek, alwaar ik weder met Nauta wordt gebilletteerd bij een boer, een quartier van het dorp gelegen. Hier viel weinig belangrijks voor.
Dit plaatsje heeft in het najaar veel van het water te lijden, eene zware dijk is hier aangelegd en dient
tot bescherming voor de ingezetenen van die plaats. Dikwijls evenwel, hebben er zware dijkbreuken plaats gehad, waarvan wij nog overblijfselen konden zien.




1 Volgens het Album Studiosorum AcademiaeRheno-Traiectinae (Lijst van studenten aan de Academie van Utrecht) waren er in 1811 twee studenten ingeschre­ven met de achternaam (De) Wijs, namelijk Jacob Wijs (Amsterdam 1793-Den Haag 1828), predikant, die volgens het Biografisch portaal in 1811-1812 gestudeerd zou hebben, en Jean Esaie Christien de Wijs (Utrecht 1796-), eveneens student in de theologie. Mogelijk is de laatste de genoemde student. Hij had in elk geval drie zusters, Catharina Anthonia Johanna ( Utrecht 1798-Utrecht 1830), ongehuwd, Susanne Cornélie (geboren Utrecht 1790) en Alida Jacoba (Utrecht 1789-Alblas­serdam 1856). Qua leeftijd kan één van de oudste twee meisjes de vriendin van Bregtje Marchant zijn geweest.
2 In het laatste kwart van de 18de eeuw kregen de patriotten met name in Utrecht steeds meer macht. In een poging zijn macht te herstellen omsingelde stadhouder Willem V de stad. Hij besluit de strategisch gelegen Leksluis bij Vreeswijk te heroveren. Zijn leger bestaat echter uit onervaren en onbetrouwbare troepen. Op 9 mei 1787 komt het tussen Jutphaas en Vreeswijk tot een treffen tussen de troepen van de stadhouder en een klein patriots leger van 250 Utrechtenaren. Bij het eerste stadhouderlijke salvo vallen aan patriotse kant enkele slachtoffers, waaronder bevelhebber mr. Cornelis Govert Visscher en kanonnier Robertus van der Vlerk. De patriotten schieten terug, waarop de troepen van de stadhouder vluchten. De Utrechtse patriotten maken honderden wapens en de krijgskas met 30.000 gulden buit. Een week later krijgen de gesneuvelde patriotten een heldenbegrafenis in Utrecht. Hun sjerp en andere persoonlijke bezittingen worden bewaard in het Centraal Museum te Utrecht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten