vrijdag 31 juli 2015

31 juli, van Antwerpen naar Mechelen

31. Wij vertrokken des morgens naar Mechelen. ik was thans als corporaal met 3 andere man­schap­pen, zijnde Wijndels1, Borger2 en Blecour3, bij de bagagewagen geplaatst. Niet ver van Antwerpen ge­beurde ons een ongeval dat zeer erg had kunnen afloopen. Borgers had zich agter op de kar ge­plaatst, met het geweer voor zich overdwarsch houdende. De kar geraakte in een diep gat en krijgt zodanig een schok dat B. er aftuimelt, vlak voorover met het hoofd op de stenen en het lijf op het geweer. Hij wierd flaauw van pijn en bloede sterk. Hier was goede raad duur, ik ging dadelijk naar de maire en requireerde een wagen om den patiënt te transporteren, liet vervolgens de chirurgijn ha­len om hem te verbinden. Met een uur was alles gereed en wij gingen de compagnie volgen; ik had de capitein reeds vooraf van ons oponthoud doen verwittigen. Zonder dat ons iets merkwaardigs gebeurde, kwamen wij de stad Mechelen binnen, die zeer fraaij en aangenaam is, hoewel niet groot.
Hier had ik gelegenheid delicieus Leuvens bier te drinken, hetwelk ik waarlijk met smaak boven goe­­de wijn zoude verkiezen. Wij vermaakten ons hier zeer in het Café Belgique, aan de Markt die zeer spatieus is.
Deze koffiehuizen zijn hier geheel anders dan in Holland ingerigt en in eene betere smaak, twee a drie knegts bedienen u en eene jonge vrouw, zijnde de meesteres, zeer netjes uitgedoscht en na de smaak gekapt en gekleed, zit achter een zeer proper buffet waar zij met veel bevalligheid het geëischte aan iederen gast uitdeelt en hiervoor, vooral van vreemdelingen, dadelijk betaling erlangt.
Zulk een aardig bakkerse troffen wij dan ook in dit Café Belgique aan, het scheen een bemind brokje, wat de meeste officier maakten een praatje met haar. Wij hadden hier de ganschen avond muziek voor ons geld, eene jonge chanteuze uit Mons en twee ander musicanten, waaronder een blinde, vergasteden ons op hele lieve airtjes: vooral de jonge juffrouw die het nieuw uitgekomen air, dat te Brussel gemaakt was, namelijk Ils tout passé ô ma patrie heel lief en aardig zong. Ik was bijkans verliefd op dit aardige zangeresje geworden en ont­haalde haar dien avond op een kanneke Leuvensch of liever zij nam zelve de vrijheid om er mij om te vragen. In Mons komende, dagt ik de kennis met haar te hernieuwen.
Nauta en ik waren gelogeerd bij zeer beste menschen in de Rue de Double Maisons, of in de Dobbelehuizestraat4,  zo als men op zijn Brabansch spreekt. De vrouw van den huize was allervrien­de­lijkst, de heer op het eerst abord5 een weinig stuursch, dog dit wierd allengs beter. Hier dronken wij delicieuse jenever. Onze kameraden de Jong en Haefkens, die allernaast ons logeerden, kunnen dit getuijgen, dewijl wij ons des morgens met deese aangename nectar gedurende ons séjour6 regt hartelijk verkwikt hebben.
Nauta en ik gingen voort des nademiddags eene wandeling ronds om deeze stad doen, hoewel dit mij vrij lastig viel, dewijl ik reeds sedert enige dagen veel pijn in mijn linker been gevoelde, het welk langzamerhand vrij wat begon te zwellen of dik te worden, zodat het gaan mij zeer lastig viel. Ik maak­­te mij vrij wat ongerust over dit verschijnsel, waarvan ik de oorzaak niet konde begrijpen en leed hier aan zeer veel pijn; evenwel dit moest zo voort.
De vestingwerken dezer stad zijn meestendeels geslegt en tuinen in desselver plaats aangelegd. Buiten de stad heeft men ook eene fraaije wandelplaats tusschen hoog geboomte, de stad is van ruime straten voorzien en men vindt hier en daar zeer goede gebouwen, meest alle gepleisterd en geel geverfd.


Detail van de besproken preekstoel, die in 1721-1723 door Michiel Vervoort voor een norbertinessenklooster werd gebeeldhouwt en in 1809 naar de St. Romboutskathedraal werd verplaatst. De afgebeelde scène is niet Saul, maar de heilige Norbertus, die van zijn paard wordt geslingerd en zich bekeert (ca. 1100). 
Foto Charles Hutchins, CC-BY 2.0 licentie.

Wij bezagen de kerk die waarlijk zeer fraaij is, zowel wegens desselfs ruimte als fraaije schilderijen. De predikstoel vooral is opmerkingswaardig, verbeeldende den  gedaante van eene rots rondsom met geboomte voorzien en waarin eene trap, die naar boven geleijd, als uit de rots schijnt uitgehouwen. Alles is uit verschillende stukken zwaar eikenhout netjes samengevoegd. Beneden de predikstoel ziet men de bekering van Saulus, daar hij met zijn paard op den grond stort, en een onweder boven zijn hoofd losberst- mede in hout zeer fraaij afgebeeld. Het paard vooral verdient de grootste bewondering. Wij woonden hier in deze kerk eene begrafenis van een Roomsch katholijke bij; dit was een vreemd verschijnsel om de verscheide plechtigheden welke er bij plaats hadden. Het is hier de gewoonte, wanneer er iemand is gestorven, een groot linnen kleed waarop allerhande zwarte figuren en beelden geschildert zijn, als onder anderen de gedaante des doods met zijn vernielende zeissen, voor de deur des overledenen ten toon te hangen gedurende den tijd dat het lijk daar aan huis zich bevindt. Een opschrift herinnert den voorbijganger om voor de ziel van de overledenen te bidden. Wij begaven ons ook derwaards om de begrafenistrein te zien passeren, doch het duurde mij veel te lang en ik ging intusschen den kerk bezien, dewijl wij onze tijd nodig hadden. Wij hielden hier op den ...



1 David George Wijndels (Groningen 1796-Heerenveen 1850), zoon van Jan Hendrik Wijndels, geneesheer en later vrederechter te Heerenveen. D.G. Wijndels werd later belastinginspecteur te Heerenveen. Hij trouwde in 1823 met Johanna Geertruida de Swart.
2 J. Borger: zie de blog van 21 juli.
3 Jan Johannes de Blécourt (Coevorden 1793-Wildervank 1763), notaris te Wildervank. Hij was de zoon van een magazijnmeester der artillerie uit Coevorden. Jan de Blécourt werd in 1825 de zwager van George Hendrik van Boelens (* Leeuwarden 1794), die in 1813 als garde d'honneur bij het leger van Napoleon werd ingelijfd. Diens oudere broer Boelardus Augustinus (* Leeuwarden 1791) bevindt zich ook in de compagnie Vrijwillige Jagers no. 16.
4 Waarschijnlijk het tegenwoordige Dobbelhuizen, gelegen aan de rand van het centrum langs de zuidelijke vertakking van de Dijle.
5 modern Frans: au premier abord of de prime abord: op het eerste gezicht.
6 séjour: verblijf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten