zaterdag 11 juli 2015

Inleiding

Dagverhaal

Mijner Reize naar het Noordelijk Departement
van Frankrijk in het Jaar 1815 als vrijwilliger
onder de compagnie infanterie Jagers
van de Provincie Friesland, welke zich
ten dienste van vorst en Vaderland
heeft aangeboden.1

Inleiding

Toen op den eersten Maart van het jaar agtien hondert en vijftien Napoleon Buonapoarte, aan de plaats zijner ballingschap, het eiland Elba, ontvlugt, onverwagt op de reede van de golf Juan, digt bij Cannes aanlandde, en door zijne hand over hand toeneemende krijgsmagt, zulke snelle vorderingen maakte, dat niets hem in zijne loop scheen te kunnen stuiten, terwijl de maarschalk Neij, lafhartig den eed van getrouwheid aan den wettigen Koning Lodewijk den 18. [maart] verbrak, en zich met het legercorps waarover hij het bevel voerde, bij den dwingeland voegde waarvan het gevolg was, dat Napoleon met vaste schreeden de muren van Parijs naderde, en de Koning zich niet meer veilig achtende, in den nagt van den 20ste maart zijne hoofdstad verliet, en naar Rijssel de wijk nam.2




Napoleon naar Paul Delaroche, 19de eeuw (Bron: Wikimedia Commons).

Toen de Nederlanden naauwlijks aan het slavenjuk van dien overweldiger onttoogen, zich over hunne pas herboren vrijheid verheugde en weder onder het gematigd en zagt bestuur van Willem den eersten, souverein vorst der vereenigde Nederlanden gebragt waren, en weldra wederom de prooij van Frankrijks overheersching scheen te zullen worden. Toen was de tijd geboren dat ieder regt geaard Nederlander, konde en moeste toonen, dat eene heldendaad veel eer te kiezen was, boven een leeven in veragtelijke slaaven keetenen doorgebragt; oud Nederlandsche moed moest thans alleen den troon van den vader des vaderlands schraagen. Zonder dat was alles verlooren, goed en bloed moest thans, voor dat dierbaar vaderland worden opgezet, geene flaauwhartige kantbereekeningen kwamen thans in aanmerking, sterven of overwinnen dit moest de leus en de kreet der Nederlanders zijn.
Napoleon, hoe zeer veinzende den oorlog te willen vermijden wapende zich niet te min heimelijk en bragt alles in eene gedugte staat van tegenweer, talrijke armeëen verzamelden zich op de Fransche grenzen. De geconfedereerde armeëen hadden reeds grotendeels dien gevloekten grond verlaten, om zich naar hunnen haardsteeden te begeeven, dezelve kregen contra order en mar­cheer­den weder naar de Nederlandse grenzen.                
De Nederlandschen armeëen reeds tot eene ontzagverwekkende sterkte aangewassen, was onder aanvoering van den dapperen Kroonprins van Orange, met moed en vaste wil bezield, om hun leeven voor vaderland en Koning op te offeren.
In meest alle de provinciën had men een voorbeeld van egte vaderlandslievende gezindheid gege­ven: reeds waren er uitschrijvingen tot vrijwillige dienstneming geopend talloze bijdragen in geld gedaan van deze wapening te bevorderen, in ’t kort alles scheen te wedijveren om vorst en vaderland in deeze kommervolle ogenblikken bij te staan. Ook Vrieslands jongelingschap was niet de laatste welke dit edel voorbeeld volgde, en aan den roepstem van den geliefden vorst gehoor gaf.
Reeds in de maand van maart bood zich een aanzienlijk getal van de voornaamste Vriesche jonge­lingen ten dienste van vorst en vaderland aan, welk getal zeer spoedig tot vijfenzestig aangroeijde en na bekomen goedkeuring van den Koning, zich tot eene compagnie Jaagers te voet formeerde.
Onder deeze braave compagnie had ik meede de eer als eene van de eerst ingeschreevenen mij te bevinden, als mede mijne jongere broeder, T.A. van Hylckama.3 Binnen eene groote maand was meergemelde compagnie geheel geëquipeerd en reeds zo verre in den wapenhandel geoefend, dat men zich met recht de gunstigst verwagting voor den dienst van het lieve vaderland mogt voorspel­len. Drie requesten wierden door dezelve aan Zijne Majesteit aangeboden, waarbij aan hoogst dezelve in de eerbiedigste bewoordingen wierd te kennen gegeven  dat niets aangenamer aan dezelve zoude zijn, dan Z M. order om dadelijk aan dit corps eene destinatie te geven en wel bij de Nederlandsche armee, ten einde in de roem van den aanstaanden veldtogt, met onze andere krijgsmakkers te deelen.
Een ieder was in de blijde verwagting dat de Koning spoedig een gunstig appointement op ons herhaalde verzoek zoude geven, dan onze verwagting wierd nog eenige tijd te leur gesteld, er kwam geen antwoord van den vorst en men schreef zulks toe aan de menschlievende neiging van Z.M. die niet wilde dat het bloed van zijne aanzienlijkste burgers, indien de nood niet op het hoogst geklommen was, onnut verspild wierd. Eindelijk wierd de zo eervolle Slag van den 15-16. 17 en 18 Junij, in de vlaktens van La bella Alliance, Ligny en Waterloo geleverd.4  
De eerste tijding van de begonnen vijandelijkheden, deed het vuur der eerzugt nog meer ontbranden, en een zoort van nijd onder alle de leeden deezer compagnie ontstaan, daar wij thans verstoken wierden van de eer, om mede ons bloed en leeven voor het vaderland te wagen. De spoedig daarop gevolgde gedenkwaar­dige overwinning der Hollandsche en geallieerde Legers op die der Franschen, de berigten van onge­hoorde moed, en wonderen van dapperheid, door onderscheidene officieren en manschappen aan den dag gelegd. dit alles was genoegzaam om de eersugt der Vriesen uit te blussen. Alle hoop om uit te marcheren was thans zo goed als vervlogen, en moedeloos ging ieder onser naar zijne woning, terwijl wij niets anders verwagteden, als eerstdaags uit den dienst ontslagen te zullen worden.
Onverwagt evenwel kwam op maandag den 10e Junij5 de order van Z.M. tot onze afmarsch. Onze destinatie was naar Mons, en het vertrek bepaald op donderdag den 13e daaraanvolgende. Hoezeer thans alle gevaar voorbij scheen te zijn, was evenwel een ieder verblijd over deze heuglijke tijding, en men maakte zich tot den aanstaanden marsch naar Vrankrijk gereed.




1 Een deel van dit Dagverhaal is in een artikel van Wumkes in De Vrije Fries 23 (1915) 213-218 gepubliceerd;  Fragmenten van het reisverslag verschenen van 13 oktober 1979 tot 12 december 1979 in het Kleine Krantsje ; http://hcl.pictura-dp.nl/component/option,com_pdpkranten/lang,nl_NL/?SID.
2 In 1814 was Bonaparte na een reeks nederlagen naar het eiland Elba verbannen. Daar vernam hij van het gekrakeel dat in Wenen over de landverdeling in Europa was losgebarsten. Hij begreep dat voor hem nog niet alles verloren was. Op 26 februari 1815 ontsnapte hij van het eiland en op 1 maart arriveerde hij met een legertje van 800 man in het Franse havenstadje Golfe-Juan. Snel trok hij met zijn persoonlijke garde op richting Parijs. Maarschalk Michel Ney, aanvoerder van het Franse leger en voormalig maarschalk onder Napoleon, werd opgeroepen om de keizer tegen te houden, maar liep met zijn gehele leger over naar zijn voormalige leider. Op 20 maart zetelde die weer in zijn keizerlijk paleis (Bron: Wikipedia, Slag bij Waterloo.)
3 Tinco Andringa van Hylckama, geboren 2 april 1785 te Leeuwarden , overleden 14 sept. 1857 Oldeberkoop, ongehuwd. lid Provinciale Staten van Friesland van 6 juli 1841 tot 24 setp.1850  namens Heerenveen, landelijke stand ; van 24 sept. 1850 tot 11 nov. 1850 namens Heerenveen. Eind: ontslag.
4 Bij Ligny werd op 16 juni slag geleverd, het Pruisische leger o.l.v. Blücher werd teruggedreven. La belle Alliance is een herberg, een paar km. ten zuiden van Brussel, dat op 18 juni het hoofdkwartier van Napoleon werd en waar de hertog van Wellington en Blücher aan het einde van de dag bijeen kwamen.
5 Dit moet natuurlijk Juli  zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten